woensdag 11 juni
In Zacatecas heb ik even pauze genomen. Mijn fiets weggezet en een week lang niet aangeraakt.
Dat was nodig want het liep allemaal niet zo lekker meer.
Baja California was een mooi afgerond geheel. Een zee van tijd, een fantastisch gevoel. Bovendien was er maar één weg, dus over de route hoefde ik me niet druk te maken.
De boot naar het vasteland voelde als de afsluiting van een periode.
De route van Mazatlán naar Durango daarna was schitterend, maar ook erg zwaar. In Durango had ik er drie maanden op zitten, een mooi moment om eens de balans op te maken. Nog drie maanden te gaan in Mexico voor mijn toeristenkaart zou verlopen. Ik had Zacatecas nog op het programma staan, maar wat daarna? Welke route? Hoeveel tijd had ik eigenlijk in de overige landen? Hoe zou ik mijn jaar gaan volmaken? Plotseling was het zee-van-tijd-gevoel weg. Merkte ik hoe vermoeid ik was. En hoeveel magerder ik geworden was. Nauwelijks reserves meer. Ik had geen route meer om me op te verheugen. Ik had geen doelen meer om me op te verheugen.
Dan kun je wel door blijven fietsen, maar het gaat zwaarder en zwaarder. En het zeurt. Het blijft zeuren in je hoofd. Dus ben ik naar Zacatecas gegaan, en heb daar een pauze ingelast. Zolang als nodig was.
Zacatecas is een prachtige oude koloniale stad. Het hostal was relaxed. Precies wat ik nodig had.
Ik heb flink gegeten (drie keer eieren met spek, een keer pannenkoeken met spek, twee keer rijst met pindasaus). Ik heb contact opgenomen met frisbeeclubs in Mexico, en afgesproken met hen een keer mee te spelen (niet alleen trainen, ik ga zelfs mee op een toernooi eind juni). Ik heb dagen doorgebracht zonder iets uit te voeren. Terwijl alle hostalgangers om me heen hun best deden om alle onderdelen uit de Lonely Planet af te lopen heb ik slechts een beetje door de stad geslenterd.
Totdat het weer goed voelde. Na acht dagen ben ik weer fris op pad gegaan.
De tijd in Zacatecas was goed besteed. |