Cockscomb Basin Wildlife Reserve, 23 november 2003, 17:30
In de avondschemering loop ik op weg terug naar de tent, een beetje voor me uit te dromen, als ik voor me op het pad plotseling een poema zie. Uiteraard had de poema mij al eerder in de smiezen. Maar hij is duidelijk ook verrast. Met een paar prachtige, lenige sprongen sprint hij van me weg, keert naar rechts, en verdwijnt in het struikgewas.
Verbaasd blijf ik achter. Was dit echt? Zo'n prachtig dier, zo groot, echt een lange, slanke kat. Verbaasd ook dat zo'n groot wild dier, dat mij flink zou kunnen toetakelen als het zou willen, het op een lopen zet. Maar het is waar, zelfs zijn grote broer de jaguar zal geen mens kwaad doen. En waarom zou hij ook? Zijn voedsel bestaat uit klein wild, en hij jaagt in het donker. Met de mens heeft hij niets te schaften.
Waar je als mens in deze contreien meer voor moet oppassen zijn de allerkleinste beesten. Muggen en zandvliegen. Nog nooit heb ik zulke aggressieve muggen meegemaakt als hier. Als je je insmeert steken ze in je handen. En als je je handen insmeert steken ze in je vingers. Of in je handpalm. Of dwars door je t-shirt op je rug. Kansloos. |