Opstaan als de zon op m'n gezicht schijnt, of als de vogeltjes beginnen te kwetteren, dat betekent tussen 6 en 7 uur.
Aankleden, inpakken, een paar bananen naar binnen werken en op pad. Vroeg is om 7 uur, laat is om 9 uur (of 10 uur bij een uitgebreid ontbijt en/of als ik lui ben).
Een pauze neem ik bijvoorbeeld iedere 20 kilometer, of elk anderhalf uur. Aan het eind van de dag wat vaker. Pauze betekent een plekje met schaduw zien te vinden, wat niet altijd eenvoudig is.
Rond 1 a 2 uur eet ik vaak een paar buritos met (koele!) cola in een eethuisje.
Tot nog toe heb ik geen siesta gehouden vanwege de hitte midden op de dag. Dat was misschien af en toe wel verstandig geweest.
De route is soms helemaal vlak, soms helemaal recht (record: 84 kilometer zonder bocht!), kan korte of langere klimmetjes bevatten, vado's (een vado is een plek waar ze niet de moeite hebben genomen een brug te bouwen omdat er toch bijna nooit water stroomt, en dan duikt de weg gewoon naar beneden en weer omhoog), normaal is er aardig wat afwisseling (fijn). Mijn kruissnelheid is zo'n 16 tot 18 km/h, maar met wind mee kan ik ook lange tijd rond de 30 fietsen (fijn!).
Soms is er 40 kilometer lang geen huis te zien.
Onderweg zijn er veel mensen die zwaaien of fluiten. Af en toe stoppen ze zelfs om een foto van me te maken.
Over vrachtwagens en over honden kan ik nog hele verhalen houden. Dat doe ik dan ook, later. Het verkeer valt tot nog toe erg mee. De weg is goed, de meeste auto's wachten netjes en houden afstand (er is toch geen ruimte om in te halen). Ik eis zelf tot nu toe ook mijn plek op de weg op. Ik heb het idee dat mijn opmerkelijke fiets daarbij in het voordeel werkt.
Mijn dagafstand varieert van 50 tot 150 kilometer. Gemiddeld zo' n 90.
Overnachten doe ik in een RV-park (speciaal voor Amerikaanse motorhomes zo groot als een autobus, met een klein hoekje voor tenten, tot nu toe heb ik één keer gras gehad), naast een restaurant (con servicios larga distancia betekent voor truckers, en dan is er ook een douche), in de tent, onder een palapa (rieten dak), in een cabaña, of af en toe in een hotel.
Een douche is toch wel heel fijn na een dag fietsen door de hitte. Maar soms (bij een eethuisje in de woestijn bijvoorbeeld) is er geen stromend water.
Koken en in een restaurant eten wissel ik af. Het fijne van Mexico is dat ze taco-kraampjes hebben. Die bestel je per stuk, en dan mag je er zelf allerlei groenten en sausjes en limoen op doen. Hmmm.
Om 8 a 9 uur ga ik naar bed. |