Op je fiets. Langzaam bewegend door de velden. Een miniem schepsel in een immens landschap. Op je rug je spullen: tent, matras, slaapzak, brander. Wat kleren. Je huis. Je kunt stoppen wanneer je wilt. Je huis parkeren. Erin kruipen. En weer verder gaan...
On your bicycle. Slowly moving through the fields. A tiny creature in a giant world. On your back your gear: tent, mattress, sleeping bag, stove. Some clothes. Your home. You can stop whenever you want. Park your house. Crawl into it. And move on... |